home             spiritualiteit            psychologie

 

 

Enkele citaten uit het artikel:

Voorbij het onderscheid psychotherapie-spiritualiteit

Door Drs. Hans Knibbe

 

Op een dieper niveau dan onze dagelijkse reacties, is er een puur “zijn”.

We zijn meer dan het product van ons verleden, meer dan een stimulus-respons mechanisme.

 

Er is een niveau in ons dat daar in den beginne, nu al , vrij van is. Dit niveau kan aangesproken worden en kan een centrale rol gaan spelen in ons leven. Het blijkt dat wanneer we contact maken met deze 'Zijnsdimensie' in ons, allerlei prachtige kwaliteiten vrijkomen zoals liefde, helderheid, en kracht.


We blijken in deze dimensie in wezen goed te zijn. We kunnen onszelf hier vertrouwen. Deze kwaliteiten zijn niet te beschadigen door welke geconditioneerde, neurotische en schadelijke leefwijze dan ook.

 
Deze kwaliteiten zijn geen aangeleerde kwaliteiten, ze zijn er van het begin af aan. Je kunt deze kwaliteiten niet creëren, niet aan jezelf toevoegen en daardoor ook - Gode zij dank- niet kwijtraken. Deze kwaliteiten zijn aspecten van het Zijn in ons.

 

Rusten in Zijn kan de habituele grijpreactie naar alles wat we waarnemen zover loslaten dat we gaan zien dat alles stromend, veranderlijk en een aspect van het oneindige Zijn is. De niet-duale grond van ons bewustzijn is dan manifest geworden. Hier houden we op ons te identificeren met een afzonderlijk, geïsoleerd 'ik'. We zijn samengevallen met het leven zelf.


Wat we als kind hebben gemist, blijft ons achtervolgen.

De neurotische mens wordt gedreven door de poging alsnog succes te behalen in het 'huis van zijn ouders', met andere woorden hij kan zijn verlies niet  accepteren. Een eenvoudig voorbeeld: als je als kind te weinig waardering hebt gehad, zul je als volwassene nog steeds trachten die waardering te verwerven. Op deze manier hercreëer je voortdurend de oude situatie in de poging hem alsnog succesvol af te kunnen maken.

 

Vrijheid wordt onherkenbaar door blokkade van onze ontdekkingsdrang.
Met 'individuatietendens' bedoel ik dat ieder persoon gedreven wordt tot het verwerkelijken van zijn optimale, vrije, unieke vorm.
Wanneer we jonge kinderen waarnemen, zien we wat voor enorme levensdrift, drang tot ontwikkelen, tot leren kennen, tot groei er in hen leeft. Ik heb het ook wel de drang tot 'worden' genoemd.

Er kan iets mis gaan met deze ontwikkelingsdrang, sterker nog, er gaat bij iedereen iets mis hiermee. Als kleine kinderen hebben we hechting nodig aan een stabiel en betrouwbaar hechtobject. Pas vanuit deze veiligheid durven we de wereld in te gaan. Wanneer we gefrustreerd raken in de mogelijkheid tot hechting of tot exploratie, trekt de wordingsdrang, de seksuele energie zich in dat gebied terug uit de contactoppervlakte, gaat als het ware ondergronds. In dat gebied stagneert onze groei, onze individuatie, de vorming van onze persoonlijkheid. Daar ontwikkelen we neurotische patronen

 

We denken ons veilig te voelen door ons te hechten.

Steeds creëren we allerlei hechtobjecten in onze psyche, die de veilige basis moeten vormen voor ons wordingsproces. We creëren elk moment opnieuw een vertrouwde wereld voor onszelf. We fluisteren onszelf steeds weer toe dat we die en die zijn, dat we relaties hebben met die en die, dat we van dit houden en van dat niet enzovoort. We creëren vastigheid.
We proberen dus een stabiliteit in onszelf te creëren die niet in overeenstemming is met de feitelijke vergankelijke aard van de dingen.

 

Deze creatie van hechting maakt ons verkrampt: we moeten voortdurend iets veilig stellen. Het maakt ons defensief, agressief, het verhardt ons. Hoe meer je probeert veilig te stellen, hoe minder je open kunt zijn naar de realiteit van dit moment, hoe minder je geïnteresseerd bent in de waarheid van dit moment

 

Onszelf forceren om “goed” te zijn helpt niet.

Wat doen we met de in de ikkramp gevangen zittende individuatietendenzen? Wanneer deze als slecht betiteld worden: bijvoorbeeld als 'zondig', 'ego', of 'begeerte', zullen we de neiging hebben om ons daarvan te distantiëren. We proberen de neurose te laten versterven door er geen voedsel meer aan te geven.

We proberen nu krampachtig 'goed' te zijn, en het kwade (wat er natuurlijk altijd is) zoveel mogelijk te vermijden. Zelfs al worden we hier liefhebbender personen door, dan nog doen we groot onrecht aan de creatieve wordingsimpuls, de drang tot individuatie in ons. Deze zal saboteren door zich bijvoorbeeld terug te trekken en ons lusteloos, angstig, droog, rigide, braaf, voorspelbaar of willoos achterlaten. Het kan ook zijn dat we vreselijk opstandig worden en dat we alles wat we aan spirituele rijkdom hebben opgebouwd willen afbreken.  


Hechtingen maken zich los door inzicht.
Ook het gehecht zijn aan het spirituele is een belemmering.
Wat ik mis in de spirituele benadering is een belangstelling en een methodiek om zich te verdiepen in de precieze vorm van de neurose: wat is de vorm van je neurose, hoe manifesteert deze zich, waar ben je eigenlijk precies bang voor, wat zoek je daar, waarin ben je gefrustreerd? Op die manier is het mogelijk contact te gaan maken met de levensdrift die gevangen zit in al die kinderlijke vormen. We bevrijden de bevroren passie-tot-leven op die manier.

Daartoe is nodig, dat men het houvast dat men ontleent aan spirituele normen en idealen loslaat. Men moet afscheid nemen van een spirituele identiteit. In je onderbuik ben je geen Christen of Boeddhist meer, daar ben je gewoon een mens, een stukje van de schepping.

In de praktijk blijkt dit voor spirituele beoefenaren een moeilijke stap te zijn. Men heeft zich inmiddels geïdentificeerd met een soort spiritueel 'ik', voelt zich daar veilig in en durft dat referentiepunt vaak niet los te laten.


Onze dagelijkse oriëntatie is grijpen of afstoten.
Vrijheid is: laten zijn wat er is.
Onze normale dagelijkse oriëntatie op wat wij waarnemen is altijd vanuit een belangenoriëntatie.

Deze blik kan iets moeilijk liefdevol en ruimtegevend tegemoet treden: als iets goed is willen we het beetpakken en naar ons toehalen, ons eraan hechten. Nemen we iets waar als schadelijk dan willen we ons ervan verwijderen of trachten het te vernietigen.

Het is dus nogmaals niet in ons normale repertoire voorhanden om iets in zijn waarde te laten en liefdevol tegemoet te treden. We moeten daarvoor aanspraak doen op een dimensie van onze geest die voorbij deze belangenoriëntatie gaat.

Bijv.: Je hebt moeilijkheden met je partner, je wordt om onbegrijpelijke redenen irreëel kwaad op iets dat eigenlijk maar een klein ding lijkt te zijn, bijvoorbeeld een verkeerde stropdas, of verkeerde tafelgewoontes In dit onderzoeksproces kan duidelijk worden dat de verkeerde stropdas staat voor de irritatie dat de ander zo anders is dan wie je zelf bent, je herkent jezelf niet in de ander, je voelt je vreemd aan de ander,

Dit 'vreemd aan de ander voelen' is een bedreigend gevoel, omdat dit het hechtvlak dat je ontleent aan het idee van 'samen-een-relatie-hebben' bedreigt. Zonder een precieze en accepterende aandacht zal de cliënt de neiging hebben om dit gegeven onmiddellijk anders te maken: bijvoorbeeld door zichzelf aan te passen, zich op de kop te geven voor dergelijke ongepaste gevoelens of de ander proberen zodanig te veranderen tot er weer samen-zijn is. Stel dat het de cliënt lukt om dat gevoel van 'anders zijn' open tegemoet te treden en het helemaal intact te laten, dan moet hij of zij het hechtvlak dat hij of zij ontleent aan het idee: 'we hebben een relatie, we horen bij elkaar' loslaten. Er wordt een ruimte voelbaar tussen zichzelf en de ander, de ander staat op zichzelf en de cliënt staat op zichzelf. Op dit punt kunnen diepe gevoelens van eenzaamheid tevoorschijn komen, een angst dat men zich nooit zal kunnen verbinden met wie dan ook. Een besef dat men een apart persoon is, die altijd verdoemd is tot eenzaamheid en isolement. Het vacuüm gevoel van contactloosheid begint wakker te worden, het 'gat' komt naar de oppervlakte.

Door bij deze leegte te blijven kan het eerst bedreigende gevoel van contactloosheid zich ontvouwen tot een gevoel of besef van autonomie, kracht, waardigheid en uniciteit. Op dit punt zal de cliënt kunnen ervaren dat hij of zij zowel een uniek persoon is als inherent verbonden met alles en iedereen, en dus ook met de partner waar hij of zij eerst zo'n irritatie naar voelde. De cliënt kan de partner nu in zijn of haar eigen waarde zien, de partner is niet langer van hem of haar. Dit is een afscheid van de bezitsrelatie, en een opening naar een wezenlijker relatie, waarin de verschillen en gevoelsmatige afstand intact gelaten kunnen worden. Dit kan overigens ook betekenen dat men gaat inzien hoe men van de partner iemand anders heeft willen maken dan wie hij of zij in werkelijkheid is.


Door onze behoefte aan hechtingen zien we de wereld niet zoals die is.

Hoewel we ons onvrij gedragen weten we heel goed hoe het zou zijn om vrij te zijn.

Een heel simpel voorbeeld hiervan is om aan iemand te vragen: "stel je voor dat je helemaal vrij en onbevreesd zou zijn, wat zou je dan doen?"

 
Behalve dat wij zelf iemand anders blijken te zijn dan wie we dachten dat we waren, blijkt ook de wereld een totaal ander aanzien te hebben. Het is alsof men in één keer in een totaal andere wereld stapt. En dat is inderdaad zo! Onze normale dagelijkse wereld is slechts een interpretatie van de werkelijkheid, een interpretatie die voortbouwt op de aannames uit onze jeugd. Onze vroegste ervaringen vormen de matrijs, de grondslag waarop alle andere ervaringen en indrukken later geïnterpreteerd worden.

 
Hoezeer onze interpretatie van de werkelijkheid in de loop van ons leven ook kan winnen aan accuratesse, er zijn een aantal basisaannames die niet veranderen.

Eén daarvan is bijvoorbeeld de aanname dat we afhankelijk zijn van steun en waardering van de omgeving, dat de omgeving ons moet voeden. Dit was onze oersituatie met onze moeder: via de navelstreng met haar konden we in leven blijven, later, na onze geboorte door de voortdurende zorg van haar. Zo is onze basale aanname in het leven, dat het voedsel buiten is, en dat we ons daarmee moeten verbinden.

Dit wordt in de ‘School voor Zijnsorientatie de symbiotische tendens genoemd.

Dit is een passend bewustzijn voor een kind, maar volkomen misplaatst voor een volwassene.

Wanneer we echter ons zogenaamde volwassen gedrag onderzoeken, zullen we merken dat we nog steeds met allerlei vormen van navelstrengen opgehangen zijn aan onze voedingsbronnen: onze relaties, onze bezittingen, onze verworvenheden, onze ideologieën, onze geneugten en gewoontes, enzovoort.

We borduren verder op het basisstramien van een klein afhankelijk 'ik' dat zich in een overweldigende grote wereld bevindt, waarin het zich alleen veilig kan weten als het zich kan hechten aan een vertrouwd en voedend hechtobject.

Dit maakt het ook begrijpelijk waarom het zo emotioneel ontregelend kan zijn om je te identificeren met je grootsheid: je bent dan al je hechtobjecten kwijt! Ons historisch 'ik-besef' is niet iets wat een organische realiteit heeft zoals bijvoorbeeld ons lichaam. Het is een beeld, een plaatje, een aannamestelsel over wie we zijn.


Vrijheid is een gegeven.

De Zijnsgeoriënteerde visie gaat ervan uit dat vrijheid gegeven is in dit moment, en niet dat vrijheid een resultaat is van een voorafgaand proces van 'bevrijding'.

In de Zijnsgeoriënteerde werkwijze gaat het er steeds om je enerzijds die vrijheid te herinneren en te belichamen, anderzijds bewustzijn te ontwikkelen over hoe je jezelf voortdurend betovert tot de aanname dat je nog een kind bent dat leeft in het huis van zijn ouders en nog steeds nodig heeft wat het ooit ontbeerd heeft.


Hoe vinden we onze vrijheid terug?

Wanneer we ons trainen in houdingen als dankbaarheid, liefde, mededogen, vrijgevigheid, enzovoort, verzwakken we onze krampmentaliteit, en openen we bij momenten hierdoor het venster op de stralende Zijnskwaliteiten van onze eigenlijke aard.

 

Daarnaast zijn er ook meer esoterische wegen om direct op ervaringsniveau contact te maken met de vrije staat, het Goddelijke of de boeddhanatuur, door bijvoorbeeld bidden, dans, mantra, en meditatie.

Het spirituele medicijn kan dus samengevat worden met: richt je op iets anders dan op de mentaliteit van je ikkramp. Herinner je je ware aard die vrij en liefdevol is en richt je leven daar naar in.

 

Teksten overgenomen met toestemming van en met dank aan

Drs. Hans Knibbe.  

video's met Hans Knibbe

 

Zie ook:

De lachende Boeddha

Onze reacties op situaties zijn vaak automatisch

Karunesh:
Zelf-realisatie

 

home                       spiritualiteit                          psychologie