manisch-depressief
·
Manisch zijn is zo gek nog niet
· Het
verschil tussen psychose en mystiek
Manie is vaak een onderdeel van een cyclus, de manisch-depressieve
schommeling, ook wel bipolaire stoornis genoemd. De druk die de depressieve
mens op zichzelf uitoefent kan zo groot worden dat een kleinigheid aanleiding
kan zijn om te ontploffen, het hermetisch gesloten vat scheurt open.
Functioneerde de persoon eerst zowel geestelijk als lichamelijk op een laag
pitje, hij lijkt nu wel een steekvlam: hij is manisch.
Hij doet nu precies het omgekeerde
van wat hij daarvoor deed: hij slaapt nauwelijks of niet i.p.v. veel te lang,
hij praat "als een bezetene" tegen iedereen die maar even wil
luisteren, waar er vroeger nauwelijks een woord uit hem te krijgen viel. Hij
blaakt van energie. Hij wil zijn invallen onmiddellijk uitvoeren, waar hij
vroeger eerst alle mogelijke consequenties overdacht en er dan maar van afzag.
Hij houdt geen rekening meer met de gevolgen van zijn gedrag voor anderen of
zichzelf. Hij heeft het ene flitsende idee na het andere, en ook lichamelijk is
hij in een superconditie, zoals o.a. uit zijn versnelde baardgroei blijkt.
Hij voelt zich in de wolken, vergelijkbaar
met wat mensen wel eens voelen als ze verliefd zijn, maar dan veel sterker. Ook
het contact met de buitenwereld, zowel als met zijn eigen gevoel is optimaal.
Hij geniet van alles wat de zintuigen hem kunnen bieden, kan zich ongeremd in
seksuele avonturen begeven. Hij heeft een ander vaak ‘feilloos in de peiling’,
zijn intuïtie staat op een hoog niveau.
Hij heeft zijn eigen gevoelens onmiddellijk bij de hand en schroomt niet
om ernaar te handelen. Met die openheid
naar zichzelf komen vaak ook onverwerkte conflicten naar buiten, soms in
droombeelden bij vol bewustzijn. Vaak is er sprake van woede tegen familieleden
of de maatschappij, omdat hij ineens in alle helderheid meent te zien hoe die
hem altijd afgekeurd en onderdrukt hebben.
De omgeving wordt ondertussen bang, de manicus
is absoluut vrij, houdt zich niet meer aan de codes en maatschappelijke gedragregels. Iedere poging om hem weer in het gareel te
krijgen maakt hem boos. Voor de manicus is het immers alles of niets. Zich een beetje
aantrekken van de kritiek van een ander kan hij niet. Als hij dat wel doet valt
hij terug in zijn oude patroon van depressief zijn. Het manisch gedrag kan leiden tot gedwongen
opname en platspuiten. De buitenwereld vindt hem gek.
Maar de manicus leeft volop, op het
toppunt van zijn gevoelens, intuïtie en kunnen, zij het rücksichtslos, terwijl
de evenwichtige mens misschien eerder een middelmatig bestaan leidt, zoekend
naar een compromis tussen eigen verlangens en risico's en tussen eigen belangen
en die van anderen.
(Men bedenke ook dat
vele kunstwerken in no time door manici zijn
voortgebracht: de Messiah van Händel bijv. en de
Barbier van Sevilla van Rossini.)
Klinisch zou je kunnen zeggen dat de manisch-depressieve mens het
compromisspel niet beheerst: hij trekt zich ofwel van de wereld terug, ofwel
hij houdt er totaal geen rekening mee.
Positiever geformuleerd kun je zeggen dat hij in zijn depressieve fase
zoveel energie heeft opgespaard dat het hem voor kortere tijd mogelijk is om
meer dan normaal te zijn, het menselijk potentieel optimaal te benutten. Hij voelt zich dan ook vaak uitverkoren, heeft
een gevoel van grandeur, hij voelt een mystieke eenheid met het universum,
voelt soms contact met God, die hem via allerlei tekenen aanwijzingen
geeft. In zijn wanhoop om de wereld zijn
mystieke gevoelens duidelijk te maken beweert hij soms dat hij Jezus is. Slaat hij met deze vergelijking helemaal de
plank mis? Het is de vraag.
De manicus die
vaak nachten achtereen niet slaapt heeft beelden die wij in onze dromen
hebben. ‘Hij hallucineert’ zegt de
psychiatrie dan. Wat zien we bij Jezus?
Hij ging veertig dagen en nachten de woestijn in. (Waarom worden de nachten zo uitdrukkelijk
genoemd? Zou hij wakker gebleven zijn?). Mensen die tijdelijk in nachtdienst
werken weten dat je van gebrek aan slaap 'high' kunt worden. Daarnaast biedt
een woestijn weinig sensorische prikkels. En sensorische deprivatie (te weinig
stimuli voor de zintuigen) is, zoals bekend bij mensen die mediteren, een
middel om allerlei onbewuste beelden naar boven te krijgen. Jezus heeft gebrek
aan afleiding en gebrek aan slaap: hij gaat ‘hallucineren’, hij raakt in
gevecht met de duivel. Misschien knokt
hij tegen zijn eigen onbewuste aandrang om de bijzonder capaciteiten die hij
bij zichzelf heeft ontdekt ten eigen voordele te benutten, en projecteert hij
dit, als scènes met de duivel, naar buiten.
Ik wil nog een aantal uitspraken over de manicus
(overgenomen van de Witte, * ) vergelijken met uitspraken uit de bijbel, ik
gebruik Mattheus.
De Witte: Mattheus:
De manicus
kan alles wegschenken wat hij bezit.
Verzamelt U geen schatten op aarde. (6:19) Indien gij volmaakt wilt
zijn, verkoop Uw bezit en geef het aan de armen. (19:21)
De manicus wordt
vaak boos op de domme mensen die hem niet begrijpen.
Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan en
ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken. (13:14)
Gij dwazen en blinden. (3:17)
En iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. (10:13)
De
manicus heeft soms charisma en straalt een
overweldigende liefde uit
Heb Uw vijanden lief. (25:6)
De manicus kan
rücksichtslos zijn baan opgeven.
Let op de leliën des velds, zij arbeiden
niet. (6:8)
Ik wil niet zeggen dat het manisch zijn
alleen maar goed is. Net zoals Jezus tegen
het eind van zijn leven de vijgenboom vervloekt, die daarop de volgende dag
dood is, kunnen ook maatschappelijk gezien afschuwelijke eigenschappen naar
voren komen, zoals m.i. het geval was bij de Sharon Tate moorden waar de dader
veel manische trekken had, zoals valt na te lezen in het boek "Helterskelter".
Of denk aan de enorme financiële schulden die een manicus
soms veroorzaakt.
Misschien zou je kunnen zeggen dat de manicus in aanraking komt met de volle menselijke potentie
en een spirituele wereld zonder daar klaar voor te zijn. Hij is als Icarus die naar de zon vliegt maar zijn vleugels verbrandt.
* de Witte, H. Hemelhoog juichend. Deventer; Van Loghum
Slaterus,1982
© Drs. Bert Henning, 1983.
De psychiatrie gaat er van uit dat
manisch-depressiviteit, ook wel bipolaire stoornis genoemd, een niet wezenlijk
te genezen ziekte zou zijn. De uitwassen kunnen wat gedempt worden door
psychofarmaca en mensen kunnen leren om de signalen van een aankomende manie
eerder te onderkennen en tegenmaatregelen te nemen. Maar is het wel waar? Is
een bipolaire 'stoornis' werkelijk ongeneeslijk?
depressie manie
gebrek aan eetlust
erg kunnen genieten van maaltijden
te veel slapen
weinig of helemaal niet slapen
nergens toe komen
elke impuls onmiddellijk uitvoeren
voortdurend tobben
geen enkele (zelf-) kritiek toestaan
een negatieve beleving
over zichzelf
zichzelf bijzonder vinden
niet kunnen genieten
enthousiast over het leven
Beide fases dienen m.i. hetzelfde doel nl.
weghouden van bepaalde gevoelens, meestal de pijn van reeds in de vroege
kinderjaren met kritiek te zijn overladen, een gevoel van constante bedreiging,
zich afgewezen hebben gevoeld. De patiënt heeft eigenlijk nooit een gezond
ik-gevoel ontwikkeld, een basisacceptatie van zichzelf. In de manie breekt
plotseling het besef door hoe anderen hem, en hij zichzelf, altijd onderdrukt
hebben, het waakvlammetje van de depressiviteit verandert in een enorme
steekvlam. Waar hij eerst zijn pijn onderdrukte door ‘weinig meer te voelen’,
depressief te zijn, ontkent hij deze nu totaal. Er bestaat geen pijn, er is
alleen maar grandeur en genot. Hij kan zich geen zelfkritiek permitteren, wordt
woedend als een ander hem probeert af te remmen, want ergens weet hij dat als
hij aan dat gevoel toegeeft het sprookje uit is en hij weer in de depressie
belandt. Waar hij in zijn depressie overdreef in zijn negatieve kijk op
zichzelf, overdrijft hij in de manie in het zich geweldig voelen. Hoe positief
de manische ervaringen op zichzelf ook zijn, doordat hij er mee aan de haal
gaat, binnen zijn persoonlijkheidsconflict (niets waard zijn/geweldig zijn)
wordt de erkenning van het bijzondere dat de manicus
meemaakt voor hem belangrijker dan de inhoud van de manie.
Omdat het manisch gedrag irritant is en
bedreigend is voor lijf en goed van de manicus zelf
en soms voor de omstanders probeert men, met alle goede bedoelingen, de manicus duidelijk te maken dat hij verkeerd bezig is. Vaak
is er geen oog voor het gelijk van de manicus: hij
leeft op zijn toppen, voelt zich helder, heeft intuïtief mensen heel snel door,
geniet met volle teugen, heeft soms contact met een ‘magische wereld’ die
anderen alleen met 10 jaar meditatie soms bereiken. Omdat hij weinig of geen
begrip tegenkomt probeert hij iedereen te overtuigen van het bijzondere van wat
hij meemaakt, we ervaren dat als dweepziek, en in zijn wanhoop om zijn magische
wereld en zijn bijzondere gevoel duidelijk te maken kan hij uitdrukkingen
gebruiken als "ik ben Jezus" terwijl hij mensen die hem zijn manie
proberen af te pakken voor duivels kan uitmaken. Wat het in zijn beleving ook
zijn. Ze proberen het mooiste van hem af te nemen wat hij ooit beleefd heeft.
En dat raakt de kern van de problematiek: de manicus
krijgt opnieuw kritiek en wordt opnieuw ontkend, nu in zijn gevoel van
eindelijk zichzelf gevonden te hebben, waardevol te zijn, grootse inzichten te
hebben. Het is om depressief van te worden.
Het ontbreken van begrip van de omstanders
is begrijpelijk omdat het gedrag van de manicus ons
vaak als bizar en schadelijk overkomt. Dit vindt zijn oorzaak denk ik in het
feit dat de manicus zelf ook geen onderscheid meer
maakt tussen gevoelens en gedrag. Elke impuls móet onmiddellijk worden
uitgevoerd. Diepere gevoelsmatige betekenissen worden niet als zodanig
verstaan, maar omgezet in iets dat er in de dagelijkse werkelijkheid op
lijkt.
De huisraad op
straat gooien? Het kan betekenen dat iemand de troep in zichzelf wil opruimen.
Kunnen vliegen? Ik word door God gedragen. Naakt door de stad lopen? Ik ben
absoluut vrij; ik mag gezien worden. De betekenis van het uiterlijk gedrag kan,
net als bij dromen, voor elk individu verschillend zijn.
Vaak volgen manici
stemmen of andere tekenen. Bijna altijd is er sprake van eigen impulsen en
behoeftes die door de patiënt niet als zodanig mogen worden herkend (seksueel
afwijkende behoeftes, agressieve daden etc.) en worden geprojecteerd naar ‘God’
of ‘vreemde stemmen in mijn hoofd’. Hoe
gevaarlijk ook, dat de patiënt ze niet als eigen impulsen herkent, zegt ook
iets over het feit dat zijn normbesef er eigenlijk wel is: ‘hij zou het uit
zichzelf nooit doen’. Nuttig en nodig is om in te zien dat wat van buitenaf
lijkt te komen in werkelijkheid eigen (niet herkende) impulsen zijn.
Samengevat: beide polen van de stoornis, de
depressie zowel als de manie, dienen, voor zover mijn ervaring strekt, om de
pijn die gepaard gaat met het niet hebben kunnen ontwikkelen van een
basisvertrouwen in het leven, niet te hoeven voelen. Het samen met de patiënt
zoeken naar deze gemeenschappelijke factor die beide polen aanstuurt is het
begin van het genezingsproces.
Zowel depressie als manie roepen bij
omstanders irritatie op: bevestiging voor de patiënt dat hij niet o.k. is. Een
positieve benadering van zijn depressieve grondstemming (in de zin van begrip
voor wat hij er mee uitdrukt: ik heb onvoldoende in huis om het leven aan te
kunnen) en zijn manie (oog hebben voor de goede kanten van de manie) lijkt
geboden. Hoe meer begrip, van de omstanders naar de patiënt, en van de patiënt
naar zichzelf, hoe minder de patiënt geneigd zal zijn om zijn gevoelens in
demonstratief (manisch) gedrag om te zetten.
©: Drs. Bert Henning.,
psycholoog. 1983
Ik geloof ook dat MD
te genezen is, want ik heb dit zelf ervaren.
Door te werken aan
mijn innerlijk kind, zelfvertrouwen, eigenwaarde en identiteit en
door inzicht in mijn jeugd waarin ik emotioneel een fysiek verwaarloosd ben
(hechtingsprobleem van moeder naar mij). Ik heb keihard gewerkt aan mij zelf
en ben nu ontslagen uit de GGZ (sinds 2,5 jaar) en slik geen medicatie meer
sinds 2.5 jaar. En het gaat erg goed met me. Ik geloofde in genezing
(ondanks tegenspraak).
Ik ben ruim 12 jaar
geleden gediagnostiseerd als MD. Heb meerdere
depressies en één maal een manie en psychose ervaren. 10 jaar lithium
gebruikt.
Ik herken me erg in uw artikel met de Titel: Is Manie te
genezen? Mijn genezing is
begonnen toen iemand
in mij ging geloven en ik begon met een basisvertrouwen te ontwikkelen.
Ik heb een
bevestigingsbrief gevraagd aan de GGZ na mijn ontslag daar en daar staat ik
dat ik hoogstwaarschijnlijk geen MD heb.
Uit onderzoek komt naar voren dat hoop,
verwachting van herstel veel bijdraagt tot het daadwerkelijke herstel bij
ernstige psychiatrische stoornissen als schizofrenie en manisch depressiviteit.
Dat effect wordt nog versterkt als de patiënt mensen in zijn omgeving heeft die
zijn psychiatrische conditie ook als een tijdelijke ervaren.
Wat duidelijk ook helpt is om patiënten
duidelijk te maken dat hun symptomen te maken hebben met een gebrek aan een
diepe emotionele band met anderen. Met trauma's en verliessituaties die zij in
hun leven hebben opgelopen.
Een patiënt is helemaal goed af als hij
contact heeft met iemand die dezelfde ervaringen heeft gehad. De laatste is in
tegenstelling tot anderen, in staat om op verbaal en non verbaal niveau, de
patiënt werkelijk aan te voelen en te begrijpen.
Psychofarmaca dienen gezien te worden als
hulpmiddel om het evenwicht van de patiënt weer te herstellen niet als
definitieve oplossing.
Daniel B. Fisher MD,
PhD,
psychiatrist:
Het
ondergaan van misbruik en mishandeling in de kindertijd lijkt nauw samen te
hangen met de ontwikkeling van psychotische klachten op latere leeftijd.
Onderzoek wijst uit dat in de levensloop van mensen met een psychose opvallend
vaak trauma's voorkomen.
Trimbos-instituut en de
Universiteit Maastricht naar aanleiding van de conferentie "Trauma and Psychosis", 14 juni
2005.
Bron:
Redactie Schizofrenie Bulletin / Ypsilon:
meer artikelen over ‘trauma and
psychosis'
Een psychose is een paardenmiddel van de
natuur om te genezen.
Mark Gyselen,
psychiater, in:
Hoe menselijk is mystiek? Baarn: Ambo,
1979.
Volgens Podvoll
is een psychose een ontsporing van de geest die een patiënt redding biedt in
een geestelijk uitzichtloze situatie. Inzicht daarin kan de patiënt doen
genezen.
Uit:
Edward Podvoll
: De verlokkingen van de waanzin
Zie ook: Edward Podvoll: History of sanity
In de westerse wereld is er een beweging ontstaan die de
spirituele kant van psychoses omarmt, Een psychose – een staat waarin een
individu losgezongen raakt van de fysieke werkelijkheid – kan volgens de
aanhangers ook een spiritueel ontwaken zijn.
Soms is hyperreligiositeit ‘Een
scheppende ziekte’. Neem de profeten uit de Bijbel, die literair en sociaal een
buitengewoon belangrijke boodschap hebben. Dat zijn vreemde figuren geweest. Ze
hoorden stemmen, dachten dat God tot ze sprak - ze zouden nu als abnormaal
worden beschouwd. Ik noem ze bóvennormaal, omdat ze qua inhoud en vorm iets
hebben bijgedragen van onsterfelijke waarde. Dus het abnormale kan ook een
positieve connotatie hebben. Ik heb ook patiënten met psychosen gezien die
gedachten hadden van een enorme rijkdom en diepgang. Dat komt bij herhaling
voor. Je ziet het ook bij de mystici, die leven in een andere wereld, die zij
als een openbaring beleven.
Herman van Praag: "Atheïsme is een afwijking"
Het verschil tussen mystiek en psychose
David Lukoff
noemt de volgende kenmerken:
Mystieke ervaring:
-
Extase,
zoals intense vreugde of een gevoel van vrede
-
Een
besef van nieuwe intuïtieve inzichten
-
Een
verandering in de waarneming (intuitie,
hallucinaties, visioenen)
-
Het
‘zien’, ervaren van dingen die verband houden met mystiek: archetypen en
religieuze symbolen
-
De
ervaring vertoont samenhang en de eigen identiteit blijft bestaan. Met is zich
er van bewust dat het bijzondere dat men ervaart geen deel uitmaakt van de
dagelijkse realiteit
Psychotische ervaring:
-
Men
kan niet meer op een normaal niveau functioneren
-
Hallucinaties
en wanen hebben een niet religieuze inhoud (bijv. grootheids- of
achtervolgingswaan)
-
Men
kan waan en de gewone dagelijkse werkelijkheid niet van elkaar onderscheiden
Bij een psychose zijn anti-psychotica
aan te raden, bij een mystieke ervaring met psychotische trekken liever
structuur bieden en helpen de ervaringen te integreren. Daarnaast aarden:
lichaamsbeweging, massage, in de tuin werken.
Bron: Kees en Marijke Aaldijk:
Vensters op een transpersoonlijke
werkelijkheid.
Deventer: Ankh-Hermes,
2007.
zie ook: psychose of verlichting
Uit: Maak
ruimte voor de zeggingskracht en de functie van een psychose: (2020)
…waande ik me de reïncarnatie van Jezus
Ik ben ervan overtuigd dat het onderdrukken van emoties en
gevoelens, hoewel niet bewust, bij mij tot psychoses hebben geleid.
Verder lezen?:
De transcendentale
Ervaring in Relatie tot Religie en Psychose
narcistische
ouders
Vereniging voor Transpersoonlijke Psychiatrie.
Kundalini en
spirituele crisis
dieettips voor manisch depressieven