manisch-depressief
· Manisch zijn is zo gek nog niet
· Het verschil tussen psychose en
mystiek
Manisch zijn
is zo gek nog niet
Manie is vaak een onderdeel van een cyclus,
de manisch-depressieve schommeling, ook wel bipolaire stoornis genoemd. De druk
die de depressieve mens op zichzelf uitoefent kan zo groot worden dat een
kleinigheid aanleiding kan zijn om te ontploffen, het hermetisch gesloten vat
scheurt open. Functioneerde de persoon eerst zowel geestelijk als lichamelijk
op een laag pitje, hij lijkt nu wel een steekvlam.
We spreken van hypomaan, wanneer er sprake
is van een jubelend gevoel, van nieuwe inzichten, van een gevoel van grandeur,
van eindelijk zichzelf gevonden hebben.
We noemen het een manie, als er sprake is
van een verlies aan ‘reality testing’,
het contact met de werkelijkheid is verbroken. Zoals wanneer iemand
bijvoorbeeld aan achtervolgingswaan leidt, of vreemde stemmen hoort in zijn
hoofd.
Er is een glijdende schaal tussen hypomanie
en een echte manie. Wat niet wil zeggen dat je van een hypomanie automatisch in
een manie komt. De hypomanie kan zich net als een verliefdheid weer vanzelf
uitdoven.
In het onderstaande ga ik er vanuit dat de reality testing nog goeddeels in tact is.
De hypomanicus doet
precies het omgekeerde van wat hij daarvoor deed toen hij depressief was: hij slaapt
nauwelijks of niet i.p.v. veel te lang, hij praat "als een bezetene"
tegen iedereen die maar even wil luisteren, waar er vroeger nauwelijks een
woord uit hem te krijgen viel. Hij blaakt van energie. Hij wil zijn invallen
onmiddellijk uitvoeren, waar hij vroeger eerst alle mogelijke consequenties
overdacht en er dan maar van afzag. Hij houdt geen rekening meer met de
gevolgen van zijn gedrag voor anderen of zichzelf. Hij heeft het ene flitsende
idee na het andere, en ook lichamelijk is hij in een superconditie, zoals o.a.
uit zijn versnelde baardgroei blijkt.
Hij voelt zich in de wolken, vergelijkbaar
met wat mensen wel eens voelen als ze verliefd zijn, maar dan veel sterker. Ook
het contact met de buitenwereld, zowel als met zijn eigen gevoel is optimaal.
Hij geniet van alles wat de zintuigen hem kunnen bieden, kan zich ongeremd in
seksuele avonturen begeven. Hij heeft een ander vaak ‘feilloos in de peiling’,
zijn intuïtie staat op een hoog niveau. Hij heeft zijn eigen
gevoelens onmiddellijk bij de hand en schroomt niet om ernaar te
handelen.
Met die openheid naar zichzelf komen vaak
ook onverwerkte conflicten naar buiten, soms in droombeelden bij vol
bewustzijn. Vaak is er sprake van woede tegen familieleden of de maatschappij,
omdat hij ineens in alle helderheid meent te zien hoe die hem altijd afgekeurd
en onderdrukt hebben.
De omgeving wordt ondertussen bang, de
(hypo)manicus is absoluut vrij, houdt zich niet meer aan de codes
en maatschappelijke gedragsregels. Iedere poging om hem
weer in het gareel te krijgen maakt hem boos. Voor hem is het immers
alles of niets. Zich een beetje aantrekken van de kritiek van een ander kan hij
niet. Als hij dat wel doet valt hij terug in zijn oude patroon van depressief
zijn.
Wanneer het hypomane gedrag in een echte
manie verandert kan dat leiden tot gedwongen opname en platspuiten. De
buitenwereld vindt hem gek.
Maar de manicus leeft volop, op
het toppunt van zijn gevoelens, intuïtie en kunnen, zij het rücksichtslos,
terwijl de evenwichtige mens misschien eerder een middelmatig bestaan leidt,
zoekend naar een compromis tussen eigen verlangens en risico's en tussen eigen
belangen en die van anderen.
(Men bedenke ook dat vele kunstwerken in
no time door manici zijn voortgebracht:
de Messiah van Händel bijv. en de Barbier
van Sevilla van Rossini.)
Klinisch zou je kunnen zeggen dat de
manisch-depressieve mens het compromisspel niet beheerst: hij trekt zich ofwel
van de wereld terug, ofwel hij houdt er totaal geen rekening mee.
Positiever geformuleerd kun je zeggen dat
hij in zijn depressieve fase zoveel energie heeft opgespaard dat het hem voor
kortere tijd mogelijk is om meer dan normaal te zijn, het menselijk potentieel
optimaal te benutten. Hij voelt zich dan ook vaak uitverkoren, heeft
een gevoel van grandeur, hij voelt een mystieke eenheid met het universum,
voelt soms contact met God. In zijn wanhoop om de wereld zijn mystieke
gevoelens duidelijk te maken beweert hij soms dat hij Jezus
is. Slaat hij met deze vergelijking helemaal de plank mis? Het
is de vraag.
Was Jezus manisch?
De manicus die vaak nachten
achtereen niet slaapt heeft beelden die wij in onze dromen
hebben. ‘Hij hallucineert’ zegt de psychiatrie dan. Wat zien we bij
Jezus? Hij ging veertig dagen en nachten de woestijn in. (Waarom
worden de nachten zo uitdrukkelijk genoemd? Zou hij wakker gebleven zijn?).
Mensen die tijdelijk in nachtdienst werken weten dat je van gebrek aan slaap
'high' kunt worden. Daarnaast biedt een woestijn weinig sensorische prikkels.
En sensorische deprivatie (te weinig stimuli voor de zintuigen) is, zoals
bekend bij mensen die mediteren, een middel om allerlei onbewuste beelden naar
boven te krijgen. Jezus heeft gebrek aan afleiding en gebrek aan slaap: hij
gaat ‘hallucineren’, hij raakt in gevecht met de duivel. Misschien
knokt hij tegen zijn eigen onbewuste aandrang om de bijzonder capaciteiten die
hij bij zichzelf heeft ontdekt ten eigen voordele te benutten, en projecteert
hij dit, als scènes met de duivel, naar buiten.
(Door slaapdeprivatie wordt iedereen, vroeg of laat,
psychotisch Edel
Maex, psychiater.)
Ik wil nog een aantal uitspraken over
de manicus (overgenomen van de Witte, * ) vergelijken met uitspraken
uit de bijbel, ik gebruik Mattheus.
De
Witte: Mattheus:
De manicus kan alles wegschenken wat hij bezit.
Verzamelt U geen schatten op aarde. (6:19) Indien gij volmaakt wilt
zijn, verkoop Uw bezit en geef het aan de armen. (19:21)
De manicus wordt vaak boos op de domme mensen die hem
niet begrijpen.
Met het gehoor zult gij horen en gij zult het geenszins verstaan en
ziende zult gij zien en gij zult het geenszins opmerken. (13:14)
Gij dwazen en blinden. (3:17)
De manicus trekt zich vaak niets
meer aan van zijn eigen familieleden
En iemands huisgenoten zullen zijn vijanden zijn. (10:13)
De manicus heeft
soms charisma en straalt een overweldigende liefde uit
Heb Uw vijanden lief. (25:6)
De manicus kan rücksichtslos zijn baan opgeven.
Let op de leliën des velds, zij
arbeiden niet. (6:8)
Ik wil niet zeggen dat het manisch zijn
alleen maar goed is. Zoals ik al schreef, wanneer de realiteit van
de manicus niet meer navoelbaar is, voor ons duidelijk onjuist is,
wordt het tijd om in te grijpen.
Net zoals Jezus tegen het eind van zijn
leven de vijgenboom vervloekt, die daarop de volgende dag dood is, kunnen ook
maatschappelijk gezien afschuwelijke eigenschappen naar voren komen, zoals m.i.
het geval was bij de Sharon Tate moorden waar de dader veel manische trekken
had, zoals valt na te lezen in het boek "Helterskelter". Of
denk aan de enorme financiële schulden die een manicus soms
veroorzaakt.
Misschien zou je kunnen zeggen dat
de manicus in aanraking komt met de volle menselijke potentie en een
spirituele wereld zonder daar klaar voor te zijn. Hij is als Icarus die naar de zon vliegt maar zijn vleugels
verbrandt.
* de Witte, H. Hemelhoog
juichend. Deventer; Van Loghum Slaterus,1982
© Drs. Bert Henning, 1983.
De psychiatrie gaat er van uit dat
manisch-depressiviteit, ook wel bipolaire stoornis genoemd, een niet wezenlijk te
genezen ziekte zou zijn. De uitwassen kunnen wat gedempt worden door
psychofarmaca en mensen kunnen leren om de signalen van een aankomende manie
eerder te onderkennen en tegenmaatregelen te nemen. Maar is het wel waar? Is
een bipolaire 'stoornis' werkelijk ongeneeslijk?
De extreme uitersten
depressie manie
gebrek aan
eetlust
erg kunnen genieten van maaltijden
te veel
slapen
weinig of helemaal niet slapen
nergens toe komen
elke impuls onmiddellijk uitvoeren
voortdurend
tobben
geen enkele (zelf-) kritiek toestaan
een negatieve
beleving
over zichzelf
zichzelf bijzonder vinden
niet kunnen
genieten
enthousiast over het leven
Beide fases dienen m.i. hetzelfde doel nl.
weghouden van bepaalde gevoelens, meestal de pijn van reeds in de vroege
kinderjaren met kritiek te zijn overladen, een gevoel van constante bedreiging,
zich afgewezen hebben gevoeld.
De patiënt heeft eigenlijk nooit een gezond
ik-gevoel ontwikkeld, een basisacceptatie van zichzelf.
In de manie breekt plotseling het besef
door hoe anderen hem, en hij zichzelf, altijd onderdrukt hebben, het
waakvlammetje van de depressiviteit verandert in een enorme steekvlam. Waar hij
eerst zijn pijn onderdrukte door ‘weinig meer te voelen’, depressief te zijn,
ontkent hij deze nu totaal. Er bestaat geen pijn, er is alleen maar grandeur en
genot.
Hij kan zich geen zelfkritiek permitteren,
wordt woedend als een ander hem probeert af te remmen, want ergens weet hij dat
als hij aan dat gevoel toegeeft het sprookje uit is en hij weer in de depressie
belandt. Waar hij in zijn depressie overdreef in zijn negatieve kijk op
zichzelf, overdrijft hij in de manie in het zich geweldig voelen.
Hoe positief de manische ervaringen op
zichzelf ook zijn, doordat hij er mee aan de haal gaat, binnen zijn
persoonlijkheidsconflict (niets waard zijn/geweldig zijn) wordt de erkenning
van het bijzondere dat de manicus meemaakt voor hem belangrijker dan
de inhoud van de manie.
Afkeuring lost niets op
Omdat het manisch gedrag irritant is en
bedreigend is voor lijf en goed van de manicus zelf en soms voor de
omstanders probeert men, met alle goede bedoelingen, de manicus duidelijk
te maken dat hij verkeerd bezig is.
Vaak is er geen oog voor het gelijk van
de manicus: hij leeft op zijn toppen, voelt zich helder, heeft intuïtief
mensen heel snel door, geniet met volle teugen, heeft soms contact met een
‘magische wereld’ die anderen alleen met 10 jaar meditatie soms bereiken. Omdat
hij weinig of geen begrip tegenkomt probeert hij iedereen te overtuigen van het
bijzondere van wat hij meemaakt, we ervaren dat als dweepziek, en in zijn
wanhoop om zijn magische wereld en zijn bijzondere gevoel duidelijk te maken
kan hij uitdrukkingen gebruiken als "ik ben Jezus" terwijl hij mensen
die hem zijn manie proberen af te pakken voor duivels kan uitmaken. Wat het in
zijn beleving ook zijn. Ze proberen het mooiste van hem af te nemen wat hij
ooit beleefd heeft.
En dat raakt de kern van de problematiek:
de manicus krijgt opnieuw kritiek en wordt opnieuw ontkend, nu in
zijn gevoel van eindelijk zichzelf gevonden te hebben, waardevol te zijn,
grootse inzichten te hebben. Het is om depressief van te worden.
Vertaling van gedrag naar de onderliggende
betekenis
Het ontbreken van begrip van de omstanders
is begrijpelijk omdat het gedrag van de manicus ons vaak als bizar en
schadelijk overkomt. Dit vindt zijn oorzaak denk ik in het feit dat
de manicus zelf ook geen onderscheid meer maakt tussen gevoelens en
gedrag. Elke impuls móet onmiddellijk worden uitgevoerd. Diepere gevoelsmatige
betekenissen worden niet als zodanig verstaan, maar omgezet in iets dat er in
de dagelijkse werkelijkheid op lijkt.
De huisraad op
straat gooien? Het kan betekenen dat iemand de troep in zichzelf wil opruimen.
Kunnen vliegen? Ik word door God gedragen. Naakt door de stad lopen? Ik ben
absoluut vrij; ik mag gezien worden. De betekenis van het uiterlijk gedrag kan,
net als bij dromen, voor elk individu verschillend zijn.
Eigen impulsen herkennen
Vaak volgen manici stemmen
of andere tekenen. Bijna altijd is er sprake van eigen impulsen en behoeftes
die door de patiënt niet als zodanig mogen worden herkend (seksueel afwijkende
behoeftes, agressieve daden etc.) en worden geprojecteerd naar ‘God’
of ‘vreemde stemmen in mijn hoofd’.
Hoe gevaarlijk ook, dat de patiënt ze niet
als eigen impulsen herkent, zegt ook iets over het feit dat zijn normbesef er
eigenlijk wel is: ‘hij zou het uit zichzelf nooit doen’. Nuttig en nodig is om
in te zien dat wat van buitenaf lijkt te komen in werkelijkheid eigen (niet
herkende) impulsen zijn.
Het samen met de patiënt zoeken naar deze
gemeenschappelijke factor die beide polen aanstuurt is het begin van het
genezingsproces.
Zowel depressie als manie roepen bij
omstanders irritatie op: bevestiging voor de patiënt dat hij niet o.k. is. Een
positieve benadering van zijn depressieve grondstemming (in de zin van begrip
voor wat hij er mee uitdrukt: ik heb onvoldoende in huis om het leven aan te
kunnen) en zijn manie (oog hebben voor de goede kanten van de manie) lijkt
geboden. Hoe meer begrip, van de omstanders naar de patiënt, en van de patiënt
naar zichzelf, hoe minder de patiënt geneigd zal zijn om zijn gevoelens in
demonstratief (manisch) gedrag om te zetten.
©: Drs. Bert Henning. 1984
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Ik geloof ook dat MD te genezen
is, want ik heb dit zelf ervaren.
Door te werken aan mijn innerlijk
kind, zelfvertrouwen, eigenwaarde en identiteit en door inzicht in mijn jeugd
waarin ik emotioneel een fysiek verwaarloosd ben
(hechtingsprobleem van moeder naar mij).
Ik heb keihard gewerkt aan mij
zelf en ben nu ontslagen uit de GGZ (sinds 2,5 jaar) en slik geen medicatie
meer sinds 2.5 jaar. En het gaat erg goed met me. Ik geloofde in genezing
(ondanks tegenspraak).
Ik ben ruim 12 jaar geleden gediagnostiseerd als MD. Heb meerdere depressies en
één maal een manie en psychose ervaren. 10 jaar lithium gebruikt.
Ik herken
me erg in uw artikel met de Titel: Is Manie te genezen? Mijn
genezing is begonnen toen iemand in mij ging geloven en ik begon met een
basisvertrouwen te ontwikkelen.
Ik heb een
bevestigingsbrief gevraagd aan de GGZ na mijn ontslag daar en daar
staat in
dat ik hoogstwaarschijnlijk geen MD heb.
…………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Ik was psychotisch door een slechte
hechtingsstijl in mijn jeugd.
Citaten
Ik besloot de diepte in mezelf in
te duiken, om achter de oorzaak te komen
van mijn manische depressieve
wisselingen.
Bipolair:
de roep van mijn ziel ♥ Pascal Gilissen ♥
Uit onderzoek komt naar voren dat hoop,
verwachting van herstel veel bijdraagt tot het daadwerkelijke herstel bij
ernstige psychiatrische stoornissen als schizofrenie en manisch depressiviteit.
Dat effect wordt nog versterkt als de patiënt mensen in zijn omgeving heeft die
zijn psychiatrische conditie ook als een tijdelijke ervaren.
Wat duidelijk ook helpt is om patiënten
duidelijk te maken dat hun symptomen te maken hebben met een gebrek aan een
diepe emotionele band met anderen. Met trauma's en verliessituaties die zij in
hun leven hebben opgelopen.
Een patiënt is helemaal goed af als hij
contact heeft met iemand die dezelfde ervaringen heeft gehad. De laatste is in
tegenstelling tot anderen, in staat om op verbaal en non verbaal niveau, de
patiënt werkelijk aan te voelen en te begrijpen.
Psychofarmaca dienen gezien te worden als
hulpmiddel om het evenwicht van de patiënt weer te herstellen niet als
definitieve oplossing.
Daniel B. Fisher MD, PhD,
psychiatrist:
Het ondergaan van misbruik en mishandeling in de kindertijd lijkt
nauw samen te hangen met de ontwikkeling van psychotische klachten op latere
leeftijd. Onderzoek wijst uit dat in de levensloop van mensen met een psychose
opvallend vaak trauma's voorkomen.
Trimbos-instituut en de Universiteit
Maastricht naar aanleiding van de conferentie "Trauma and Psychosis", 14 juni 2005.
Bron: Redactie Schizofrenie Bulletin / Ypsilon:
meer artikelen over ‘trauma and psychosis'
Een psychose is een paardenmiddel
van de natuur om te genezen.
Mark Gyselen,
psychiater, in:
Hoe menselijk is mystiek? Baarn: Ambo,
1979.
Volgens Podvoll is
een psychose een ontsporing van de geest die een patiënt redding biedt in een
geestelijk uitzichtloze situatie. Inzicht daarin kan de patiënt doen genezen.
Uit: Edward Podvoll : De verlokkingen van de waanzin
Zie ook: Edward Podvoll: History of sanity
In de westerse wereld is er een beweging ontstaan die de
spirituele kant van psychoses omarmt, Een psychose – een staat waarin een
individu losgezongen raakt van de fysieke werkelijkheid – kan volgens de
aanhangers ook een spiritueel ontwaken zijn.
Soms is hyperreligiositeit ‘Een
scheppende ziekte’. Neem de profeten uit de Bijbel, die literair en sociaal een
buitengewoon belangrijke boodschap hebben. Dat zijn vreemde figuren geweest. Ze
hoorden stemmen, dachten dat God tot ze sprak - ze zouden nu als abnormaal
worden beschouwd. Ik noem ze bóvennormaal, omdat ze qua inhoud en vorm iets
hebben bijgedragen van onsterfelijke waarde. Dus het abnormale kan ook een
positieve connotatie hebben. Ik heb ook patiënten met psychosen gezien die
gedachten hadden van een enorme rijkdom en diepgang. Dat komt bij herhaling
voor. Je ziet het ook bij de mystici, die leven in een andere wereld, die zij
als een openbaring beleven.
Herman van Praag: "Atheïsme is een afwijking"
Het verschil tussen mystiek en psychose
David Lukoff noemt
de volgende kenmerken:
Mystieke ervaring:
-Extase, zoals intense vreugde of een
gevoel van vrede
-Een besef van nieuwe intuïtieve inzichten
-Een verandering in de waarneming
(intuïtie, hallucinaties, visioenen)
-Het ‘zien’, ervaren van dingen die verband
houden met mystiek: archetypen en religieuze symbolen
-De ervaring vertoont samenhang en de eigen
identiteit blijft bestaan. Men is zich er van bewust dat het bijzondere dat men
ervaart geen deel uitmaakt van de dagelijkse realiteit
Psychotische ervaring:
-Men kan niet meer op een normaal
niveau functioneren
-Hallucinaties en wanen hebben een niet
religieuze inhoud (bijv.grootheids- of
achtervolgingswaan)
-Men
kan waan en de gewone dagelijkse werkelijkheid niet van elkaar onderscheiden
Bij een psychose zijn anti-psychotica aan te raden, bij een mystieke ervaring
met psychotische trekken liever structuur bieden en helpen de ervaringen te
integreren. Daarnaast aarden: lichaamsbeweging, massage, in de tuin werken.
Bron: Kees en Marijke Aaldijk:
Vensters op een transpersoonlijke
werkelijkheid.
Deventer: Ankh-Hermes,
2007.
zie ook: psychose of verlichting
Verder lezen?:
De transcendentale Ervaring in Relatie tot Religie en Psychose
narcistische
ouders
Vereniging voor
Transpersoonlijke Psychiatrie.
Kundalini en
spirituele crisis
dieettips voor manisch depressieven