Het accepteren van jezelf en de buitenwereld
Vaak hebben we meer last van ons verzet
tegen dingen die gebeuren dan van de dingen zelf.
Neem bijvoorbeeld kietelig
zijn, als je jezelf probeert te kietelen, zal dat niet goed lukken, waarom
niet? Omdat je je niet verzet. Als het je lukt om je ook niet te verzetten als
een ander je kietelt, zul je dat speciale gevoel dat kietelen oproept niet
ervaren.
Je kunt het ook proberen door als het koud
is buiten, met te weinig kleren aan heel even naar buiten te gaan. Op het
moment dat je je niet verzet tegen de kou, maar het als ervaring accepteert heb
je er tijdelijk weinig last van.
En heb je bij slapeloosheid niet veel meer
last van jouw verzet ertegen, ‘ik moet morgen fit zijn, ik moet nu slapen’ dan
dat die paar uur slaaptekort nu werkelijk zo ernstig is?
Bovendien houdt het je opwinden over je
slapeloosheid je nu juist wakker.
Misschien wind je je op over sommige dingen
die in de wereld gebeuren. Je hebt een gevoel van ergernis of boosheid. Als je
accepteert dat de wereld nou eenmaal is zoals die is, wat voor vreselijke zaken
er ook gebeuren, zul je niet boos zijn. En juist doordat je zelf in harmonie
bent, vind je wellicht eerder een middel om iets aan die misstanden te doen.
Hetzelfde geldt voor psychologische
problemen. Mensen hebben de neiging om in verzet te gaan tegen het probleem dat
ze hebben. Het zou er niet moeten zijn. Ze hebben dus vaak niet alleen last van
het probleem zelf, maar ook van het feit dat zíj dat probleem hébben. Stel dat
je verlegen bent, en je daarvoor schaamt. Je hebt dan in gezelschap niet alleen
lást van je verlegenheid, maar je schaamt je ook nog eens een keer voor het
feit dat je verlegen bént. Eigenlijk mag niemand het merken, dus wordt je bang
en die angst maakt je nog meer verlegen.
Acceptatie van die verlegenheid wil niet zeggen dat je nergens meer naar toe
zou moeten gaan, maar dat je jezelf toestaat om verlegen te zijn. Het helpt om
tegen zoveel mogelijk mensen te vertellen dat je verlegen bent.
Acceptatie, het opgeven van je verzet is
ook een kernthema van elke religie. Het ‘Uw wil geschiede’.
Ook in de oosterse filosofie gaan veel
verhalen daarover, bijv.:
Een mysticus, levend in een hutje in het
bos bezat slechts twee dingen, een deken en een etensnap.
Op een nacht komt er een dief en neemt de deken mee. Toen de mysticus dat
bemerkte liep hij de dief achterna en zei: mag ik u mijn nap geven, die heeft U
kennelijk over het hoofd gezien.
En
neem het voorbeeld van Jezus en de overspelige vrouw, die op het punt staat om
gestenigd te worden. Jezus gaat niet in verzet tegen de mensen die haar willen
stenigen, hij zegt niet dat het de verkeerde methode is of dat overspel niet
erg is. Nee, hij accepteert de behoefte
van de mensen om de vrouw te stenigen, hij accepteert dat zij het als een zonde
van haar zien, en hij accepeert bijvoorbaat
de zonden van de omstanders. Het enige wat hij doet, is de mensen confronteren
met het feit dat ze met twee maten meten, de zonden van anderen willen
bestraffen, maar hun eigen zonden het liefst willen vergeten. ‘Hij die zonder
zonden is, werpe de eerste steen’.
Het
begrip dat Jezus voor de situatie heeft, het zich niet boosmaken
erover of zich verzetten, maakt dat hij open kan staan voor deze meesterlijke
creatieve oplossing. Het maakt bovendien dat degenen die stenen wilden gooien,
openstaan voor wat Jezus wil zeggen. Omdat Jezus zich niet tegen hen verzet,
hoeven zij zich niet tegen Jezus te verzetten.
Ergens
anders zegt Jezus: wie het zwaard heft, zal door het zwaard vergaan. Dat kun je
misschien lezen als: wie zich verzet, krijgt last van dat verzet.
Op
velerlei manieren worden mensen opgeroepen om hun verzet op te geven. Het idee
dat wij onze eigen ouders zouden hebben uitgekozen, is een manier om het verzet
tegen je ouders of tegen de dingen die je door hun hebt opgelopen, op te geven.
Nog algemener vind je dat terug in het idee dat je zelf alles, maar dan ook
alles creëert, of dat alles wat gebeurt goed is.
Moet
je dan alles maar over je kant laten gaan? Je niet verzetten tegen het onrecht
dat jou wordt aangedaan, of anderen in de wereld ondergaan? Er is hier sprake
van een schijnbare paradox, het gaat om acceptatie én veranderen (als dat
laatste mogelijk is). Zoals je het
kietelen kunt accepteren én de ander kunt vragen er mee op te houden.
© Bert Henning. 2007
Het is niet die blaffende hond die je uit je slaap houdt, het is
jouw ergernis over die blaffende hond.
Bhagwan
Waar ikzelf weerstand tegen bood was dat mijn geld verdwenen was. Veel mensen zonder geld zijn gelukkig. Je
lijdt alleen maar als je denkt dat je meer zou moeten hebben. Dat met je hoofd
begrijpen is gemakkelijk, maar om werkelijk verandering te brengen moet er iets
op energetisch nivo veranderen. Als je je hele leven
tegen eenzaamheid vecht en daar de weerstand vanaf haalt blijft er eenzaamheid
over, en dat is goed nog slecht. Als je in dit ogenblik geheel aanwezig bent
met wat er is dan wordt dit ogenblik een verlicht moment. Leven wordt dan elk
moment opnieuw de weerstand loslaten.
Arjuna Ardagh
Angst op zich is nooit het probleem. Het probleem is dat je ervan
af wilt.
Mensen met oorsuizen hebben de neiging
ervoor weg te lopen, door stilte te
vermijden bijvoorbeeld. Wij stellen ze
er juist aan bloot. We leren ze om het
suizen te accepteren.
Alles wat volledig wordt
aanvaard brengt je naar de vrede,
Door de realiteit te aanvaarden zoals deze is kunnen we een
grote vrijheid en vreugde ervaren.
Als we het concept van acceptatie toepassen op "de
buitenwereld", accepteren we dat wat is - met andere woorden we merken
het, we worden ons ervan bewust zonder ons er helemaal druk over te maken. We
merken de corruptie in het bedrijfsleven, in de overheid, in menselijk gedrag.
We merken de problemen in ons onderwijssysteem. We merken dat het milieu
vervuild en beschadigd is. We merken deze dingen zonder er boos over te worden.
Wij accepteren dat deze dingen momenteel werkelijkheid zijn.
Echter, accepteren dat ze een realiteit zijn, betekent niet dat we
er passief onder blijven". Met andere woorden, zien dat "iets
is" betekent niet dat we het niet kunnen veranderen. Zodra we deze dingen
opmerken (in onszelf of in de buitenwereld), is de volgende stap om onszelf af
te vragen wat we eraan kunnen doen.
Acceptance and Then What?
by Marie T. Russell.