OPEN OOG 32 - 2019
overtuigingen
Ik las - in Trouw - de volgende
uitspraak van Gert-Jan Segers:
“Voor mij is het duidelijk dat God deze schitterende wereld gewild en
bedacht heeft.”
Mijn eerste gedachte was: hoe is het mogelijk dat iemand zo zeker is van
zijn eigen mening als andere –net zo verstandige – mensen iets anders
vinden?
Mijn tweede gedachte: is het hebben van een overtuiging niet vaak
aanleiding tot strijd, van een twistgesprek tot terrorisme? Terwijl een
overtuiging niet berust op feiten – dan is het een weten – maar op
opvoeding, op heel toevallige persoonlijke ervaringen en
eigen keuzes.
Respect hebben voor andermans mening, is m.i. niet de oplossing voor het
verschil van mening - als je werkelijk daarvoor respect hebt, trek je je
eigen mening in twijfel. De oplossing ligt m.i. eerder in het besef dat
een mening hebben een ego-truc is, die je het gevoel geeft dat je iemand
bent.
En met het bovenstaande geef ik zelf een eigen krachtige mening, nl. dat
het hebben van een mening geen goede zaak zou zijn.
Wellicht is het hebben van een eigen mening juist wel goed, vormt dat een
deel van onze persoonlijkheid, onderscheiden we ons daarmee van
anderen, en geeft het ons op een bepaalde manier houvast in het leven.
Zelf deze andere mening bedenken dan mijn eerst genoemde maakt me al
milder. Toch blijft ook voor mij de vraag waarom ik zo gekant was/ben
tegen meningen, overtuigingen die mensen voor zichzelf niet ter discussie
willen stellen. Welk oude ervaring van mij maakt dat ik daar zo’n sterke
mening over heb?
En met die vraag komt mijn vader in beeld, die sterke overtuigingen en
meningen had, en waar ik als jochie al tegenin ging. En die strijd ben ik
tot nu toe kennelijk altijd blijven voeren.
Ik hoop dat ik, nu ik dat door heb, daar anders mee om kan gaan.
Ook zie ik nog duidelijker dan voorheen dat mijn vader een rechtschapen,
principiële man was.
Fijne zondag, Bert
|